Veelgestelde vragen

V: Hoe stelt de basisschool het schooladvies op?

A: De basisschool stelt in januari een voorlopig schooladvies op. Na de doorstroomtoets volgt er het definitieve schooladvies. De school kijkt daarvoor onder andere naar hoe de leerling leert, wat deze heeft laten zien, welke resultaten de leerling heeft behaald, wat ze van de leerling weten na acht jaar basisschool en welke groei en ontwikkeling deze tijdens die acht jaar heeft doorgemaakt (motivatie, houding en interesse).

V: Met welke toetsresultaten houdt de basisschool rekening?

A: De basisschool houdt bij het opstellen van het basisschooladvies rekening met: de toetsresultaten uit het leerlingvolgsysteem van groep 6 tot en met 8, ontwikkeling van toetsscores voor de onderdelen begrijpend lezen en rekenen-wiskunde, informatie over andere toetsdomeinen (bijv. spelling en technisch lezen), uitslagen van andere toetsen die op initiatief van de basisschool of het samenwerkingsverband zijn afgenomen. De Cito-toetsresultaten worden ingevoerd in de Plaatsingswijzer. De Plaatsingswijzer geeft een overzicht van de behaalde leerprestaties afgezet tegen de verschillende onderwijsniveaus. Per onderwijsniveau zijn er vier profielen waarop een leerling kan worden geadviseerd. Dit is omdat een leerling niet altijd voldoet aan de eisen, die vereist zijn voor het betreffende onderwijsniveau.

V: Zijn de resultaten van groep 6 van invloed op de kansen van een kind om toegelaten te worden op een bepaalde school?

A: Ja, de toetsresultaten vanaf groep 6 tot en met 8 worden meegenomen in de totstandkoming van het basisschooladvies. Ze zijn dus van invloed op de advisering. En het advies bepaalt voor welk niveau een leerling toelaatbaar is. Dit basisschooladvies is bindend, een VO-school mag een leerling niet afwijzen op onderwijsniveau.

V: Wat kunnen ouders doen als zij het niet eens zijn met het advies?

A: Als ouders het niet eens zijn met het advies, gaan zij in overleg met de leerkracht, IB’er en/of directeur van de basisschool. Als zij niet tot overeenstemming komen over het niveau waarop de leerling zal instromen in het VO, dan kunnen de ouders in het uiterste geval gebruikmaken van de klachtenregeling van de school.

V: Waarom moet een leerling een doorstroomtoets maken als er sprake is van een leidend schooladvies?

A: Het schooladvies is leidend voor toelating tot het voortgezet onderwijs. Dit staat sinds 1 augustus 2014 in de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO, artikel 27, lid 1c) en het Inrichtingsbesluit WVO (artikel 3). De doorstroomtoets fungeert als een tweede onafhankelijk gegeven, en vervult daarmee de rol van second opinion. Veelal ziet de basisschool het schooladvies bevestigd in de uitslag van de eindtoets.

V: Wanneer wordt het basisschooladvies heroverwogen?

A: Uit de doorstroomtoets komt een toetsadvies. Is het toetsadvies hoger dan het voorlopig advies, dan past de basisschool het schooladvies aan. Alleen als het in het belang is van de leerling, kan een basisschool besluiten het advies niet te verhogen.

V: Mijn kind heeft extra ondersteuning nodig. Wie kan mij daarbij helpen?

A: De basisschool heeft het beste zicht op wat uw kind nodig heeft. De school van het voortgezet onderwijs heeft het beste zicht op wat zij aan ondersteuning kunnen bieden. De leerkracht van groep 8 legt de ondersteuningsbehoeftes vast in de overgangsdocumenten en brengt u in contact met de ondersteuningscoördinator of zorgcoördinator binnen de middelbare school.

De ondersteuning van het basis- en voortgezet onderwijs is vastgelegd in het schoolondersteuningsprofiel. Dit kunt u bij iedere school opvragen. Daarnaast heeft iedere school een coördinator, die uw specifieke vraag kan beantwoorden. Tevens hoort een groot overleg samen met u, het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs tot de mogelijkheden.

Indien het de school niet lukt om de juiste ondersteuning vorm te geven, dan kunnen zij een beroep doen op het samenwerkingsverband. Ook als ouder kunt u hier uw vraag stellen. Op de website www.swvroosvo.nl staan de contactgegevens.

V: Kan de school voor voorgezet onderwijs van de basisschool vragen het advies aan te passen?

A: Nee, het advies van de basisschool is bindend. VO-scholen kunnen het schooladvies niet bijstellen. Zij mogen ook niet op basis van informatie uit het leerlingvolgsysteem van de basisschool vragen het advies bij te stellen. In de periode voordat het basisschooladvies definitief is, kan de basisschool wel overleggen over anonieme dossiers met een VO-school. Het kan voorkomen dat de VO-school de basisschool om aanvullende informatie vraagt, bijvoorbeeld een nadere toelichting op de onderbouwing van het advies in het belang van een succesvolle schoolcarrière. Deze informatie kan de VO-school helpen om bijvoorbeeld de begeleiding en ondersteuning van een leerling goed te organiseren.

V: Kan een VO-school een leerling afwijzen?

A: Ja, een VO-school kan een leerling afwijzen in uitzonderlijke gevallen, namelijk als:

– de leerling zich aanmeldt op een onderwijsniveau dat de VO-school niet aanbiedt;

– de leerling een ondersteuningsbehoefte heeft waar het ondersteuningsaanbod van de VO- school niet in voorziet. Als een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan de school kan bieden, dan zoekt de school van aanmelding met de leerling en de ouders naar een passend alternatief;

– er sprake is van extra criteria waar de leerling niet aan voldoet;

– de leerling een meervoudig advies heeft en de VO-school niet beschikt over een brugklas die correspondeert met het schooladvies dat de basisschool tenminste heeft gegeven (laagste niveau). De VO school is dan niet verplicht de leerling te plaatsen en kan de leerling afwijzen.